Harlingen-Terschelling Roeirace
 
Het HT Sloepenregister
Tekst Frame

Sloepen in het register.

Onder het HT sloepenregister wordt verstaan de door de HT roeicommissie vastgestelde lijst, waarin de door deze commissie toelaatbare sloepen met hun gegevens vermeld staan. Als een sloep in het register wordt bijgeschreven, dan krijgt de eigenaar van de sloep een bewijs van registratie in het register in de vorm van een HT-sloepencertificaat. De sloep heeft vanaf dat moment een HT-registratiecode of HT-nummer. Zonder dit HT-nummer kan een sloep zich niet inschrijven voor de HT. Sinds 1 februari 1996 worden alleen nog authentieke sloepen toegelaten tot deze registratie. Nieuwbouwsloepen komen hier niet meer voor in aanmerking! Het register heeft inmiddels ruim 200 sloepen geregistreerd en nog steeds worden er volop sloepen gerestaureerd en aangemeld voor registratie. Een sloep moet ook voldoen aan de HT-definitie van het begrip "sloep".

DE HT-DEFINITIE VAN HET BEGRIP "SLOEP"
Een "sloep" is een open, lichte roeiboot voor het vervoer van personen, welke al dan niet kan worden voorzien van een mast en zeiltuig. Een "sloep" is voorzien van vaste roeidoften, "dollen" of scheegaten en "riemen", alsmede een roer met helmstok. Het gebruik van een stuurriem is toegestaan.

Een zesmans "sloep" heeft een minimale lengte van 15 voet.
"Sloepen" voor acht of meer roei(st)ers hebben een minimale lengte van 20 voet.
De "blokcoëfficiënt" van een "sloep" dient tenminste 0.48 te zijn.
De "blokcoëfficiënt" dient berekend te zijn met de Simpsonformule.
Het minimale vrijboord van een "sloep" dient tenminste 52 cm te bedragen bij voltallige "HT-bemanning" en volledig voor de HT-sloepenroeirace uitgeruste "sloep".

Als "sloepen" worden beschouwd: Reddingboten, Whaleboats, Barkassen en Jollen, mits deze voldoen aan bovenstaande HT-definitie. Andere boottypen worden niet als "sloep" beschouwd en worden daarom niet opgenomen in het HT-sloepenregister.

KENMERKEN SPECIFIEKE SLOEPVORMEN

SPIEGELSLOEP
Een Spiegelsloep wordt gekenmerkt door een bolle romp met duidelijk waarneembare voorsteven, kielbalk en achterspiegel.

REDDINGBOOT
Een Reddingboot onderscheidt zich van een 'spiegelsloep' door een scherpe achtersteven en de eventuele aanwezigheid van drijfkasten.

BARKAS
Een Barkas is een grote, zwaardere 'spiegelsloep'.
Vergelijk de B2's en de WR1's van de Koninklijke Marine.

WHALE-BOAT
Een Whale-boat onderscheidt zich van een 'spiegelsloep' door een slankere rompvorm en een scherpe achtersteven.
Om-en-om roeien is niet toegestaan.

JOL
Een Jol is een kleinere 'spiegelsloep' met in de achterspiegel een voorziening om te wrikken.
Een Jol kan worden geroeid met twee riemen per roeier (jol roeien). Een Jol zal voor de HT-sloepenroeirace echter breed genoeg moeten zijn om te kunnen boordroeien.

Hieronder volgen enkele richtlijnen voor toegestane modificaties aan een sloep:

UITHOUDERS
Het aanbrengen van uithouders (out-riggers) is toegestaan, mits het aantal niet groter is dan twee per dolboord. De hartafstand van de dolpotten in de uithouders mag niet breder zijn dan de hartafstand tussen de dolpotten geplaatst in het dolboord.

HUID
Het glad maken van de onderwaterhuid van een "sloep" is toegestaan, mits de rompvorm hierdoor niet verandert. Het gladmaken van overnaadse huiden door opvullen met bijvoorbeeld polyester is in bepaalde gevallen toegestaan.

DRIJFKASTEN
Drijfkasten in reddingsboten mogen worden verwijderd, mits de hoeveelheid drijfvermogen van de "sloep" zodanig blijft, dat deze blijft drijven na het volslaan.

DOFTEN
Het aantal doften van een "sloep" mag worden gewijzigd. Dit wordt echter beschouwd als een modificatie.