Harlingen-Terschelling Roeirace
 
Jaaroverzichten

1975 1981 1986 1991 1996 2001 2006
1976 1982 1987 1992 1997 2002 2007
1977 1983 1988 1993 1998 2003 2008
1978 1984 1989 1994 1999 2004 2009
1979 1985 1990 1995 2000 2005
1980

1975. Op 21 juni om tien over negen begon de eerste roeimarathon van Harlingen naar Terschelling in het kader van het 100 jarig jubileum van de zeevaartschool. Deelnemers waren de roeisloepen 'Houtman', bemand door roeiers van Oka 18, en 'De Rijp' van W.B.S. De wind die golver veroorzaakte, en de tegenstroom aan het begin van het Schuitengat, bemoeilijkte het roeien aanzienlijk. Er kwam vrij veel water over en de roeiers waren met een laag zout bedekt. De 'Houtman' wist een voorsprong van bijna een half uur vast te houden en meerde om vijf over half twee aan in de haven van West-Terschelling. 25 minuten later kwam de WBS-ploeg binnen.

1976. Na wat onzekerheid over het al dan niet herhalen van de tocht, omdat er geen echte organistatie achterstaat, vindt toch een tweede roeitocht plaats op 8 juni. Het is zonnig weer met weining wind en hierdoor is het druk op de Waddenzee. De sloepen 'Houtman' en 'De Rijp' worden beide bemand door WBS-ploegen en de 'Barentsz' door de Oka-ploeg. De 'Barentsz' is een snelle sloep met 10 roeiers, tegen 8 man in de beide andere sloepen. De Oka-ploeg wint dan ook in ongeveer drie uur, de WBS'ers volgen na 20 en 30 minuten. De HT-roeitocht is niet meer weg te denken.

1977. De weersomstandigheden waren optimaal toen op 4 juni vier roeiploegen van start gingen. Op uitnodiging van de zeevaartschool Willem Barentsz deed een ploeg van de Vlissinger Zeevaartschool mee en ook een afvaardiging van de Harlinger Kustvaarschool 'Oranje Nassau'. Twee sloepen liepen vast op de Jacobsruggen. De bemanning van de 'Schotse Vier' sprong overboord en kreeg het vaartuig binnen een paar minuten. vlot. De ploeg van de zeevaartschool Willem Barentsz werd door de reddingsboot 'Komer' vlotgetrokken. De 'Schotse Vier' uit Midsland wist de race met blaren in de handen te winnen en de ploeg uit Vlissingen werd tweede.

1978. Dit jaar waren er vijf deelnemers: de 'Schotse Vier' uit Midsland, de Oranje nassauschool uit Harlingen, de gemeente Terschilling en twee ploegen van WBS. De start werd opgeluisterd door een miekkorps en het weer was meer dan goed; een aantal roeiers was roodverbrand door de felle zon. De 'Schotse Vier', bemand door tien roeiers en stuurman Jaap Roos deed drie en een half uur over de tocht en won. Op 10 minuten achterstand werd Oranje Nassau met 8 roeiers tweede. De vrouwen van de leden van de gemeenteploeg reikten blomen uit aan hun echtgenoten, die deze op hun beurt aan de winnaars aanboden.

1979. Op 6 juni om een uur of negen vertrokken zes roeploegen in de mist uit Harlingen. De Ruyterschool uit Vlissingen roeide in een 12-mans sloep van de Koninklijke Marine, evenals de ploegen van de WBS, de 'Schotse Vier' en de gemeente Terschelling. De Marinesloepen waren met het betonningsvaartuig 'Terschelling' uit Den Helder gehaald en door de reddingsboot 'Nicolaas Marius', 'De Zeemeeuw' van defamilie Rijf en de 'Oosterom' van Rijkswaterstaat naar Harlingen gesleept. De 'Schotse Vier' kwam als eerste aan, maar wachtte op de andere ploegen. Gezamenlijk liepen ze de haven van West-Terschelling binnen, zo benadrukkend dat het hier meer gaat om een prestatietocht dan een wedstrijd. Floris Haan van de 'Schotse Vier' kreeg een oorkonde uitgereikt, omdat hij alle vijf tochten had meegeroeid.

1980. Acht sloepen deze keer, met als deelnemers de hogere zeevaartscholen van Den Helder en Delfzijl en de Rijksloodsen uit de Rijnmond. Dit lijkt misschien niet zoveel, maar dergelijke sloepen zijn zeldzaam in Nederland en daar komt bij dat het transport naar Harlingen niet zo simpel is. Dit is gelukt dankzij de medewerking van verschillende particulieren en organisaties. De sloep van Delfzijl bijvoorbeeld, werd naar Harlingen gesleept door de sleepdienst 'Jan Abels'. Het weer was gunstig en de roeiers werden aangemoedigd vanuit de volgboten. De 'SchotseVier', in de sloep 'Abel Tasman' uit Delfzijl, nam al snel de kop, maar WBS1 wist de achterstand nog terug te brengen naar minder dan honder meter bij binnenkomst in West-Terschelling. Alle lof overigens voor de jonge ploeg van Oranje Nassau. Hun lichte sloep lag hoog op het water en had veel last van de wind, toch volbrachten ze de tocht.

1981. In de zevende roeitocht is de ploeg van de 'Schotse Vier' de gedoodverfde winnaar, hoewel er niet echt van een wedstrijd kan worden gesproken. Onder de deelnemers, tien dit jaar, bevinden zich namenlijk verschillende boottypen, hetgeen betekent dat in de ene boot meer roeiers zitten dan in de andere. De sloepen moeten onder andere worden vervoerd vanuit Delfzijl (3), Den Helder (2) en Utrecht (1). Er is financiële steun van drie grote rederijen. Het ontbreken van wind is niet prettig voor de zeilers, maar des te gunstiger voor de roeiers. Er ontstaat een kopgroep waarbinnen de verschillen erg klein zijn. De begeleidend arts, de heer P. Smit, moet nog wat medische assistentie verlenen aan de Gemeenteploeg, maar gelukkig is het niets ernstigs. De 'Schotse Vier' bereikt toch weer als eerste de haven, drie minuten voor WBS1.

1982. Dit was een memorabel jaar voor de vrouwelijke roeiers. Voor de roeitocht van 21 mei had zich een damesploeg, bestaande uit zes roeisters en een stuurvrouw, aangemeld voor deelname in een voormalige reddingsloep. De vrouwen waren al een flinke tijd in training, dus de teleurstelling was groot toen hun aanmelding werd afgewezen. De reden lag op het gebied van veiligheid; als een ploeg ver achter raakt, krijgt ze het tij tegen en wordt het nagenoeg onmogelijk de haven van West-Terschelling te bereiken. Toch startte het zevental: ze vertrokken, buiten mededinging, een half uur eerder dan andere 20 (mannelijke) ploegen en kwamen bijna vier uur later aan op Terschelling. Triomf!!!

1983. Nieuwkomers op 14 mei van dit jaar waren de Hogere Zeevaartschool van Amsterdam, de Rotterdamse Brandweer, de Hogere Zeevaartschool van den Helder, plus drie damesploegen en een juniorenploeg. Voor het eerst bestaat er een aparte vrouwencategorie. De tocht was gepland op vrijdag 13 mei, maar de nasleep van een storm in die week maakte dit onmogelijk. Op zaterdag stond er nog een stevige westenwind, maar verder was het zonnig en droog. De laatste kilometers moest tegen de stroom in geroeid worden, maar toen was de wind vrijwel gaan liggen. De acht roeiers van de Terschellinger Dienst Gemeentewerken legden hun sloep 'Doeke Doeksen' als eerste aan in een tijd van 3 uur, 13 minuten en 9 seconden. De snelste damesploeg, uit Harlingen, deed er 4 uur, 8 minuten en 31 seconden over. De deelnemers uit Amsterdam waren pas maandag in de namiddag weer thuis, na naar eigen zeggen "een superweekend".

1984. Op 1 juni verschenen 36 sloepen aan de start. De roeitocht is inmiddels uitgegroeid tot een evenement met landelijke bekendheid. Voor Floris Haan en Jaap Roos was het de tiende tocht, een medaille waard. Die werd overhandigd door Burgemeester Haaksman. De 'Schotse Vier' legde de tocht af in de snelste tijd tot nu toe, namelijk 2 uur, 44 minuten en 43 seconden. Hun sloep was dit jaar getooid met een drakenkop, vervaardigd door de heer Ad Delhez. Harde concurrentie ondervonden ze van de roeiploeg TS81 in een compleet gerestaureerde sloep. Vanaf de start voeren ze samen op kop en de TS81 had bij aankomst een achterstand van slechts 3 minuten. Als eerste arriveerde de eerder vertrokken damesploeg uit Harlingen in de haven van West. Dit jaar werden er in totaal 450 oorkonden en herinneringstegels ter gelegenheid van de tiende tocht aan de deelnemers uitgereikt.

1985. Dit jaar is er voor het eerst in de geschiedenis van de sloepenroeirace sprake van een echte wedstrijd. Er zijn namelijk handicaps toegewezen op bais van de arbeid per roeier. Die is berekend met als uitgangspunten; de weerstand van elke sloep in het water en de te verrichten arbeid per sloep met een correctie voor de stroom. In totaal doen er 42 sloepen mee met zo'n 500 opvarenden. Als eerste arriveerde de Harlinger Willem Roggen op Terschelling in zijn kano. De eerste roeisloep die aankwam was de 'Karachi' van HZS Terschelling 4, met struurman Gorter. De ploeg van de 'Schotse Vier' presteerde het weer om de snelste tijd neer te zetten: 2 uur, 52 minuten en 10 seconden. Na het berekenen van de referentietijd kwam TS81 als winnaar uit de bus.

1986. Door de vrij harde wind was de roeirace van 1986 een ware conditieslag. De golven waren hoog en het water kwam met bakken vol over de roeiers heen. De strijd ging vooral tussen TS81/zeezicht, Karachi, Gemeentewerken Terschelling, Randstad Harlingen en de Schotse Vier. Tot het Schuitengat lag de Schotse Vier op kop, maar TS81 wist met een indrukwekkende eindsprint de Schotse Vier in te halen. Toch werd geen van beiden de uiteindelijke winnaar. De ploeg van de zware sloep Karachi hield een hoog en constant tempo aan, waardoor deze ploeg de HT-bokaal in ontvangst mocht nemen.

1987. Er verschenen maar liefst 63 sloepen aan de start, zodat er in zeven groepen moest worden gestart. Hierdoor en door het hanteren van het handicapsysteem werd het er voor de toeschouwers niet overzichtelijker op. Maar de prestaties van de afzonderlijke ploegen bleven wel zichtbaar. Zoals het Juniorenteam Terschelling, de jongste roeiploeg, bestaande uit vier meisjes, zes jongens en een reserve van Mavo 3, met een gemiddelde leeftijd van 15 jaar. Coach Jan van Duyvenbode mikte van tevoren op een tijd van drie en een half uur, maar de roei(st)ers dachten dat ze het nog sneller zouden kunnen, want ze hadden hard getraind. Het werd uiteindelijk 3 uur, 51 minuten en 24 seconden. Ze waren in de eerste groep gestart en maakten een enorme indruk door als eersten de haven van West-Terschelling binnen te komen.

1988. Vrijdag de dertiende is dit jaar de dag dat de roeitocht plaatsvindt. Maar de Rotterdamse roeiploeg van de sloep 'Sloepweesje' is niet bijgelovig. Al was de sloep een paar maanden voor de race nog een wrak en heeft de ploeg dientengevolge nauwelijks kunnen trainen. Er zitten ervaren roeiers in de ploeg, maar ook iemand met slechts een week roei-ervaring. De stuurman Ruud Bijl is 14 jaar oud. Het 'Sloepweesje' start in de derde groep om 11 uur. Binnen een kwartier zijn de boten uit de vorige startgroep in zicht, maar de snelheid zakt langzaam maar zeker terug. Vastlopen kan maar net worden voorkomen en de favorieten uit de laatste startgroep komen voorbij. Het 'Sloepweesje' bereikt Terschelling na vijf en een half uur. Als volgend jaar de handen weer heel zijn, doen ze mischien wel weer mee.

1989. In de 15de edititie van de sloepenrace is een record gevestigd wat betreft het aantal inschrijvingen (bijna 100) en ook het snelheidsrecord sneulvede. De weersomstandigheden waren ideaal met een niet al te felle zon en een zwakke tot matige wind. De eerste roeisloep, de 'Gooise Bal' uit Blaricum, kwam voor half vier, een half uur eerder dan verwacht, de haven van West binnen in een tijd van 2 uur en 41 minuten. De sloep was als 32ste gestart en had iedereen ingehaald. In het uiteindelijke klassement werd de 'Gooise Bal' derde, de eerste prijs werd opgeëist door het Harlinger roeiteam 'De Haas'.

1990. Voor het eerst is de magische grens van 100 deelnemende sloepen overschreden. Van de 101 teams moesten 30 de strijd voortijdig staken door de harde noordwestenwind. In deze 16de editie van de roeirace moest ook nog een langere afstand worden afgelegd. Omdat het oude Schuitengat (nu Schuitengat-Zuid) nauwelijk meer bevaarbaar was, moest de route worden verlegd naar het nieuwe Schutengat (voorheen Schuitengat-Noord). In vergelijking met voorgaande jaren zou het zo'n half uur roeien meer zijn, maar met windkracht 6 bleek dat nogal optimistisch gedacht. De zwaarste en langste tocht tot nu toe.

1991. 120 sloepen startten voor het eerst vanuit de Willemshaven in Harlingen. Voorheen moesten de starts namelijk nog al eens worden onderbroken om het normale scheepvaartverkeer ruimte te geven. Het weer was lekker: de zon scheen en er stond een zacht briesje vanuit het noordoosten. De start verliep geheel volgens schema, om tien uur waren alle roeiers onderweg. De snelste oversteek werd gemaakt door de Roeiploeg Urk in de Moby Dick II, in 3 uur, 2 minuten en 46 seconden. Deze ploeg was ook de uiteindelijke winnaar van de HT-roeibokaal. Pal van Deelen van de Gemeentelijke Roeiploeg roeide de tocht voor de vijftiende keer!

1992. Voor de achttiende maal ging op 29 mei de sloepenroeirace van start, met een record aantal van 130 sloepen. De eerste beloning die te verdienen viel was de Outward Bound Cup, met het snelst verlaten van de haven van Harlingen. Deze prijs werd bemachtigd door de Zaanse sloepenverening. De Speed Cup voor de snelste tijd is met ingang van dit jaar afgeschaft, omdat er steeds lichtere vaartuigen aan de start verschijnen die eigenlijk de naam roeisloep niet meer mogen dragen. Helaas voor het team Roets uit Amsterdam, want met hun sloep de Baloega maakte deze ploeg de snelste oversteek. Maar liefst 18 teams van Terschelling deden mee en haalden allemaal de finish. In totaal moesten 22 bemanningen de strijd opgeven door de harde oostenwind en een wilde zee in het Schuitengat.

1993. Sponsors zijn een steeds grotere rol gaan spelen in het sloeproeien, want er wordt veel geld gestoken in de nieuwbouw van sloepen. Er zijn ideeën ontstaan voor het invoeren van een aparte klasse voor de race-sloepen. Dit jaar was dit echter nog niet aan de orde. Overigens staat het record nog steeds op naam van de ploeg van Rederij Doeksen van 1989 met een tijd van 2 uur en 35 minuten. Toen was de afstand nog wel een paar kilometer korter. De organisatie wil toch de nadruk blijven leggen op de traditionele, zware houten sloepen. Zoals de sloepen de 'Houtman' en de 'Rijp' van het Maritiem Instituut Willem Barentzs, die al vanaf het begin aan de race deelnemen.

1994. Hoe belangrijk sommige roeiers het vinden om de HT-roeibokaal in de wacht te slepen is dit jaar wel gebleken. Er was een geruchtenstroom op gang gekomen die ook de HT-Roeicommissie bereikte. Dit had tot gevolg dat tijdens de sleepproeven (om de handicap vast te stellen) de sloepen onaangekondigd met een kraan uit het water werden getild. En wat bleek: 'De Friesche Elf' hoopte een hogere eindklassering te bereiken door middel van een dwarsplankje op het roer; hierdoor zou tijdens de proef een hogere weerstand worden vastgesteld. De roeiers van de 'Toverbal' schrokken hiervan en bogonnen aan hun sloep te prutsen. Ze weigerden ermee te stoppen en toen ook hun sloep uit het water werd gehesen, bleek er een spleet in de achtersteven te zitten. De plaat die daar ingezeten had, lag waarschijnlijk al op de bodem van de Willemshaven. Beide sloepen werden na de race gediskwalificeerd en voor het volgend jaar uitgesloten van deelname. 'De Friesche Elf' accepteerde dit, maar de 'Toverbal' spande een rechtzaak aan, die door hen werd verloren.

1995. Dit jaar deed een gloednieuwe ploeg mee aan de HT-sloepenroeirace, 'De Stad Kampen'. Tot stomme verbazing van de eigen supporters voer hun sloep als eerste de Terschellinger haven binnen. Daarbij hadden de Kampenaren ook nog cadeaus meegenomen voor het gemeentebestuur van Terschelling die werden aangeboden aan burgemeester J.T. Beukering-Dijk. In 1994 was er ook al een geschenk uit Kampen: een gedenksteen die werd ingemetseld in de muur van de Brandaris. Het is namelijk mede aan Kampen te danken dat de vuurtoren werd gebouwd.

1996. In 1996 was het 400 jaar geleden dat Willem Barentsz een tocht ondernam richting het Verre Oosten langs het noorden van Siberië. De overwintering op Nova Zembla, doordat het schip vastliep in het ijs, is bij iedereen bekend. In 1596 woonde Willem Barentsz in Amsterdam. Deze stad betaalde ook een groot deel van de expeditie. Hierin heeft men aanleiding gezien om eenmalig een roeitocht te organiseren van Amsterdam naar Terschelling. De laatste etappe werd gevormd door de HT-sloepenroeirace. Van de 23 gestarte sloepen kwamen 11 in Harlingen aan.

1997. De HT-race van dit jaar werd een ware zegetocht voor de Harlinger ploegen. Het vrouwenteam de 'Tobbe' van roeisloepenvereniging Okke Hel werd winnaar, net voor de 'Danser', ook van Okke Hel. Ook de derde plaats werd bezet door een Harlinger ploeg, de 'Ambiorix'. De nieuwe ploeg de 'Onvervaard' werd verrassend achtste. Bij de heren werd het Harlinger team 'El Flamingo 2' vierde. Vijfde en zesde werden respectievelijk de 'Sterke Sietze' en de 'Snurk' van Okke Hel. De 'Orkaan' wist zich ook nog naar een negende plaats te roeien.

1998. De vierentwinstigste HT-sloepenroeirace was een zeer zware tocht met veel uitvallers. Er stond een vlinke noordenwind tegen de stroom in, waardoor hoge, steile golven ontstonden. De roeiers ondervonden hier zoveel hinder van, dat velen te laat bij het Schuitengat aankwamen en de stroom tegen kregen. Daar kwamen ze niet of nauwelijks meer vooruit, zodat 48 uitvallers vielen te registreren. 85 teams haalden wel de haven van West-Terschelling. Als eerste ging 't Ouwe Dok' uit Amsterdam over de finish. De 'Yellow Fin' van Hogeschool Holland 1 uit Amsterdam zette de snelste tijd neer: 3 uur, 19 minuten en 30 seconden. Veel kranten repten over 'de zwaarste race aller tijden'.

1999. Onder ideale omstandigheden wordt de vijfentwintigste HT-race geroeid. Noordenwind kracht 2-3, droog en een graad of 16. Geen brandende zon en dus heel goed roeiweer. De OK 18 uit Terschelling was de winnaar bij de heren, de Fata Morgana uit Katwijk won bij de dames de bokaal.

2000. Een grote verandering dit jaar, want de organistatie van de HT-race is niet meer in handen van het Maritiem Instituut Willem Barentz en aan het roer staat niet meer de grote animator Harms. Een ploegje enthousiastelingen uit het "verre" Rotterdam, met als nieuwe naam de Stichting Harlingen-Terschelling Sloepevenementen, heeft het stokje overgenomen. Hun eerste editite verloopt succesvol. Na een geweldige tocht onder ideale roeiomstandigheden vinden 133 sloepen hun weg naar de haven van Terschelling. Bij de heren wint de ploeg van GIA en de dames van de Bartix staan op nummer één in de damesklasse. Ondanks de krapte en de hitte tijdens de prijsuitreiking in Actania, wordt de HT-race 2000 met een spetterend feest afgesloten.

2001. In de aanloop naar de HT 2001 zit het weer niet echt mee, en iedereen kijkt dan ook gespannen uit naar het vooruitzicht van 25 mei. Gelukkig blijkt het fraai roeiweer. Alle 133 roeisloepen bereiken de finish, ondanks het "klunen" van sommige ploegen in het Schuitengat. De uitslag verloopt minder vlekkeloos, want er zit een "hik-up" in het computerprogramma, die ervoor zorgt dat de uitslagen niet kloppen. Een paar dagen later is het euvel verholpen en kunnen de rechtmatige winnaars gehuldigd worden. Overigens zijn dit dezelfde als vorig jaar.

2002. Het eerste jaar dat de nieuwe referentiewaarde wordt toegepast. De sloepen worden overgesleept en iedereen wacht met spanning de nieuwe resultaten af. Het is fantastisch roeiweer, maar toch worden enkele sloepen geplaagd door een paar zware mistbanken. De kapitein van de veerboot besluit wijselijk de motor even stil te zetten, zodat de sloepen veilig door kunnen. Omdat het Schuitengat nog iets meer verzand is dan vorig jaar, staan mensen van de Reddingmaatschappij in waadpakken in het water om de sloepen de diepste plekken te wijzen. Alle 134 sloepen worden tenslotte onder luid gejuich binnengehaald op Terschelling. In de damesklasse mogen de vrouwen van de 'Danser' zichzelf winnaars noemen en bij de heren zijn dit de mannen van de 'Zeeleeuw'. 900 man vieren dit geweldige resultaat 's avonds in de grote tent!

2003. Op 30 mei 2003 is het schitterend weer; niet te heet, een matig briesje, ideale omstandigheden voor de 134 sloepen om te water te gaan en de roeiriem ter hand te nemen. Ondanks de hulp van de Reddingmaatschappij zijn sommige roeiploegen toch genoodzaakt te klûnen in het Schuitengat, maar gelukkig halen alle deelnemers de finish. Het nieuwe handicapsysteem, dat voor een eerlijker uitslag zorgt, werkt inmiddels goed en iedereen is gewend aan de nieuwe referentiegetallen. De 29e HT-race, met als winnaars de heren van 'Ame Gijs' en de dames van 'Faba Facta', eindigt met een uitgelaten feeststemming.

2004. In 2004 startten wederom 140 sloepen in de haven van Harlingen voor de 30ste overtocht naar Terschelling. Het weer was slecht. Een harde noord tot noord-oosten wind zorgde met name in de Blauwe Slenk voor een sterke dwars-zee en in de Vliestroom voor hoge golven.. Meteen bij het verlaten van de haven van Harlingen was er pech voor de sloep 'Pollux' omdat bij een aanvaring hun roer stuk ging. Na teruggeroeid te zijn in de haven van Harlingen werd een spoedreparatie uitgevoerd waarna zij alsnog naar Terschelling konden roeien. Als eerste kwam de Jan van den Berg in Terschelling aan. Winnaar werd de Trewes 1. Deze sloep was in de winter ervoor nog volledig gerestaureerd omdat men anders niet eens mee had mogen roeien. In 2003 verkeerde de sloep namenlijk in zeer slechte staat en zou zonder verbetering in het vervolg geweigerd worden. 10 sloepen vielen door de moeilijke omstandigheden uit. Dit was niet de zwaarste, maar wel een van de zwaarderen van de geschiedenis. Een ware jubileum tocht.

2005. De weersberichten in de week voor de HT race zijn slecht. Harde westen winden en buien op 6 mei. Ook nu dus voorspellingen die rekenen op een zware tocht. Dat kwam ook uit, geen echte buiten maar wel een harde wind. Slechts 44 van de 131 gestarte sloepen komen uiteindelijk roeiend aan op Terschelling. Van deze 44 worden er nog een aantal uit de uitslagen gelaten omdat ze de kardinaal Vliestroom-Schuitengat niet hebben kunnen ronden. Door de harde west-/noordwesten-wind loopt er bijna geen ebstroom en komt de vloedstroom eerder dan verwacht. Hierdoor strandden verschillende sloepen op de Vliestroom en moeten op sleeptouw genomen worden door de organisatie of hun volgboten. Het is voor het eerst dat een race zoveel uitvallers kent. Volgens velen de zwaarste race tot nu toe. Uiteindelijk komen de mannen van Ferox in hun 'Azorean Hight' als eersten aan op Terschelling, maar wint de 'Schotse Vier' de wedstrijd. Bij de dames is dit in beide gevallen 'Dames West-Arvada'.

2006.

2007.

2008.

2009.

2011. De Terschellinger roeiteams Benwyvis en Arad winnen de HT Race

2012. De Twirre en de Benwyvis winnen de HT Race